Vliegtuigjes evalueren, afsluiten

Pagina top navigatie elementen

Vliegtuigjes

Evalueren en afsluiten

Transcript

LEERLINGEN: (gooien om de beurt hun vliegtuigje)
LEERKRACHT: Zo, zag je hoe die neerkwam!
LEERLINGEN: (gooien om de beurt hun vliegtuigje)
LEERKRACHT: Zo!

LEERLING: Ik vond het heel grappig dat toen ie vloog, de vlucht, toen vloog ie heel raar. Alle kanten op.
LEERKRACHT: Oké. Maar kijk eens naar het vliegtuig, hou het even omhoog dat de anderen het goed zien. Waarom denk je dat ie dat deed?
LEERLING: Omdat dit zo open is (wijst aan). Ja, of dit (wijst aan).
LEERKRACHT: Je bedoelt dat dit, hoe noem je dit gedeelte (wijst aan) ook alweer van een vliegtuig?
LEERLING: Richtingsroer.
LEERKRACHT: Richtingsroer. Oh, je denkt dat ie zo naar binnen gevouwen zijn dat dat misschien de oorzaak is geweest.
LEERLING: Nee, want net, toen die in Jelle’s hand stond zat ie een beetje zo (doet voor), kon ie zo staan.
LEERKRACHT: Oké, misschien dat ie een andere stand had. Net, komt door de stand van eh richtingsroer zeg maar.

LEERKRACHT: Waarom denken jullie dat die zo ver kwam? Hou het toestel even omhoog.
LEERLING: Eh, eh, want hier, toen had ik dit er nog opgeplakt (wijst aan) want anders zou de lucht hierzo helemaal doorheen gaan (wijst aan) en dan zakt ie naar beneden maar toen heb ik dit er nog opgeplakt want, eh, als ie dan zo er tegenaan kwam dan ging de punt hoger. Dan kwam die iets verder, dan ging ie zo (doet voor) en dan ging ie heel, zo verder. Ja.
LEERKRACHT: En het voorste stukje, hoe heet dat ook alweer?
LEERLING: De neus.
LEERKRACHT: De neus. En dat heb je dus gewoon even verzwaard zodat je toch een beetje, ja, dat ie….
LEERLING: Ja, dat, dat de punt iets hoger kwam.
LEERKRACHT: Oké.
LEERLING: En dat ie dan zo kwam (doet voor), ging ie iets verder.
LEERKRACHT: Oké, nou, hij kwam dus, eh, dan is dat toch wel goed gelukt want 8 meter 40 is toch wel een behoorlijk eindje!

Omschrijving

In de afsluitende les gaan de leerlingen met hun vliegtuigjes weer naar buiten om te kijken hoe ver hun verbeterde ontwerp kan vliegen. In de klas wordt vervolgens nabesproken waarom bepaalde vliegtuigen nu verder/minder ver kunnen vliegen. Tips en informatie over het nabespreken van de lessenserie vind je hier.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Vliegtuigjes

Kijkwijzer

1) Samen worden oorzaken gezocht waarom één van de vliegtuigjes alle kanten op vloog (0:45). Zie je dat de leerkracht de leerlingen hierbij veel taalruimte geeft? Hij geeft geen eigen mening, maar gaat na wat de leerlingen precies bedoelen: ‘Je bedoelt dat….?’ en ‘Oh, je denkt dat….?’. Uiteindelijk trekt hij de conclusie: ‘Het komt door de stand van de richtingsroer’.

2) Eén van de leerlingen geeft een verklaring waarom zijn vliegtuigje zo ver kwam (1:33). Zie je dat deze verklaring veel vraagt van het stap voor stap nadenken en dat weer in taal vertalen? Het gebruik van woorden als ‘want, maar toen, dan’ helpen mee de structuur van het verhaal op te bouwen.
Concreet materiaal (hier het vliegtuig) maakt het leerlingen makkelijker bij het spreken. In dit geval wijst de jongen verschillende onderdelen van het vliegtuigje aan ter ondersteuning van zijn betoog.

Opdracht
Wissel uit:
a. Kijk terug op deze lessencyclus 'Papieren vliegtuigjes'. Zie je dat de verschillende fasen binnen OOL een andere omgang met taal & interactie vraagt? Het taalaanbod van de leerkracht, de taalproductie van de leerlingen en de wijze van feedback geven kan dus afgestemd worden op de verschillende fases (en lesdoelen). Hoe ziet die afstemming er per fase uit? Wat betekent dit voor de leerkracht?

b. Wat neem je door het bestuderen van deze lessencyclus mee naar het zaakvakonderwijs?

lesfasen